Tot nog toe bleven we redelijk gespaard van slechte gedragingen die Kleine Pruts op school heeft geleerd. Geen lelijke woorden, een sporadische ‘potverdorie’ weleenswaar, maar dat valt nog binnen het aanvaardbare. Ik weet nog hoe ik indertijd gek werd van Grote Pruts zijn ‘maakt mij niks uit’ als antwoord op elke vraag.
Maar ‘ t begint nu toch duidelijk te worden dat Kleine Pruts niet alleen door ons (of de juf) wordt opgevoed, maar dat die klasgenootjes haar ook stilaan beginnen te beïnvloeden. ‘Seg jom’ horen we laatste tijd te pas, maar vooral te onpas.
’t Is zo’n uitdrukking die ik ook weleens durf te gebruiken. Maar dan vooral als uiting van ambetantigheid (“seg jom, stopt daar eens mee”). Of als ik verontwaardigd ben of verschiet van iets (“allez jom, is dat echt waar?”).
Maar ’t wordt ondertussen een vaste uitdrukking van Kleine Pruts. Als antwoord op een vraag krijgen we: “seg jom”, met daarbij rologen en een houding waaruit ze duidelijk laat blijken dat we niet zo’n stomme vragen moeten stellen (hoe het geweest is op school, is blijkbaar een stomme vraag). Ook bezoek moet eraan geloven: “seg jom, da’s mijn pop”, waarbij ze fier aan het bezoek in kwestie haar pop laat zien.
Voor de rest is ze nochtans redelijk beleefd en zegt ze keurig en gepast “alsjeblieft” en “dankjewel”. Maar die “seg jom”, die vraagt nog een serieuse pedagogisch onderbouwde aanpak.