Je kan er niet naast kijken. Overal wordt het Burda kleed geproduceerd. Maar ’t is dan ook een heel simpel, schoon en snel te maken jurkje.
Eigenlijk wou ik een ander kleedje maken. Maar door het gefoefel met het patroon, heb ik toch maar het zekere voor het onzekere genomen en ook dit Burda patroon gebruikt. Met dank aan Meisjesmama trouwens.
Mijn eerste versie ga ik u besparen: een wikkelversie (voorste onderpand dus dubbel) in veel te dikke sweaterachtige stof. Dat valt (staat eigenlijk) gelijk een tent. Trekt op niks dus.
Maar deze versie is al beter. Nu ja, in zo’n dunne tricot ziet ge dus echt elk hobbeltje en bobbeltje, dus corrigerend ondergoed is wel een noodzaak in mijn geval.
Een tweede versie werd ook al gemaakt. Voor de iets frissere dagen om als tuniek op een broek te dragen. Een 15-tal cm ingekort en mét mouwen (ook iets ingekort). Want als het koud genoeg is opdat ik een broek draag, is het ook koud genoeg om mouwen aan uw bloes te hebben.
Een derde en vierde versie zitten helemaal klaar in mijn hoofd (en de stoffen liggen klaar in mijn kast): een jurk zonder mouwen in een licht groene bloementricot en een donkerbruine jurk met lange mouwen voor de winter.